Inspelend op de actualiteit en puttend uit zijn uitgebreide praktijkervaring behandelt dokter Ronald Hulsebosch in deze column de gezondheidsrisico’s op reis en schrijft wat je er tegen kunt doen. Ronald Hulsebosch is huisarts in Den Haag en is zeer betrokken bij Nederlandse expedities.
De combinatie van zijn beroep en passie voor buitensport zorgt ervoor dat hij naam gevestigd heeft als expeditiearts. In 2001 nam hij het initiatief voor de unieke formule voor reisvaccinaties: De Reisdokter. Bij diverse huisartspraktijken kunt u terecht voor medisch reisadvies, vaccinaties, malariapreventie en medical kits.
Ziet u bij het horen van deze naam ook beelden van schuimbekkende honden met de kolder in hun kop, die achter hun staart aan rennen en argeloze omstanders in het gezicht bijten, waarna deze een vreselijke dood sterven? Dat beeld klopt maar is iets gedramatiseerd.
Onlangs overleed een 34-jarige Nederlandse vrouw nadat zij in Kenia op een camping tijdens het tandenpoetsen door een vleermuis op haar neus was gekrabd. Vaccinaties hadden haar leven kunnen redden, maar er werd geen actie ondernomen omdat men niet wist dat er daar rabiës ( hondsdolheid) voorkwam onder vleermuizen. De ziekte wordt veroorzaakt door het rabiësvirus dat via speeksel van een geïnfecteerd zoogdier ( oa.hond, aap, vleermuis, vos) of mens door een beet of krab wordt overgebracht. Het virus volgt de zenuwbanen. Eenmaal aangeland in het centrale zenuwstelsel, ontstaan er verschijnselen, is behandeling niet meer mogelijk en leidt de ziekte tot de dood. Beten of krabben in het gezicht hebben de kortste incubatietijd. De laatste besmetting met rabiës in Nederland dateert uit 1962. Het ging om contact met een uit het buitenland afkomstige hond. De ziekte kan worden voorkomen door vaccinatie. De beroemde bacterioloog Pasteur diende in 1885 het eerste vaccin toe.
Besmetting met het rabiësvirus valt in de categorie”kleine kans, grote gevolgen”.
Preventie bestaat uit een serie van 3 pre-expositie vaccinaties ( dag 0, 7 en 21-28). Als een gevaccineerd ( geïmmuniseerd) persoon door een verdacht dier wordt gebeten of gekrabd, moet de wond allereerst uitvoerig en langdurig met water en zeep worden uitgewassen. Hierna moeten nog 5 zogenaamde post-expositie vaccinaties worden gegeven op dag 0,3,7,14 en 28.
Zonder de 3 pre-expositie vaccinaties moet ook nog zo snel mogelijk na de beet een dosis Marig ( menselijk antirabiës immunoglobuline ) rond de wond worden ingespoten. Ook hierna moeten trouwens nog 5 vaccinaties worden toegediend. Deze Marig is in vele arme landen niet voorhanden, waardoor men gedwongen wordt genoegen te nemen met paardenserum. Dit kan soms dodelijk zijn. Hierin ligt het voordeel van zich reeds in Nederland laten vaccineren.
Wie moet zich nu laten vaccineren?
De recente dodelijke verlopen rabiësbesmetting heeft het advies niet veranderd, maar brengt rabiës weer in de gedachten terug van de vaccinatiebureau verpleegkundige en van de reiziger. Jaarlijks overlijden er ongeveer 55000 mensen aan rabiës voornamelijk in landen in Afrika en Azië waar de ziekte volop aanwezig is en postexpositie vaccins en serum duur of niet verkrijgbaar zijn.
Vaccinatie wordt aanbevolen bij intensief contact met huisdieren of wilde zoogdieren ( bijvoorbeeld dierenartsen, biologen en jagers) in landen waar rabiës veelvuldig voorkomt zoals in grote delen van Azië, Afrika en Zuid en Midden-Amerika.
Vaccinatie wordt overwogen bij avontuurlijke en primitieve reizigers, die langer dan 3 maanden naar dergelijke landen gaan. Bijvoorbeeld fietsers. Honden happen graag naar malende kuiten. De gemiddelde toeristische reiziger hoeft niet zich niet te laten vaccineren. Het kan echter geen kwaad om een besef te hebben van de ziekte. Een wilde hond is landen waar rabiës voorkomt is geen knuffeldier, dat aangehaald moet worden, maar een potentiële ziektebron, die u als het moet met stok en stenen op afstand moet houden.
Ronald Hulsebosch